ontdek waarom de 19-gradenregel vervangen wordt door een nieuwe richtlijn voor energiezuinig verwarmen, gepresenteerd door experts voor een duurzamere toekomst.

De 19-gradenregel kan de prullenbak in: experts presenteren hun nieuwe richtlijn voor energiezuinig verwarmen

User avatar placeholder
- 11/12/2025

De traditionele 19-gradenregel voor verwarming thuis krijgt steeds meer kritiek nu experts nieuwe inzichten delen over energiezuinig verwarmen. De oude richtlijn, ontstaan in een tijdperk van minder goed geïsoleerde huizen en economische beperkingen, past volgens specialisten niet meer bij de hedendaagse wooncomfortbehoeften en technologische mogelijkheden. Het nieuwe advies benadrukt een hogere temperatuur in leefruimtes, slimme regeling per kamer en een balans tussen comfort en duurzaamheid. Deze verschuiving brengt zowel kansen voor een prettiger binnenklimaat als uitdagingen op het gebied van energieverbruik en milieu mee.

Waarom de 19-gradenregel achterhaald is

De oorsprong van de 19-gradenregel ligt in de oliecrises van de jaren zeventig, toen energiezuinigheid nadrukkelijk centraal stond en huizen vaak slecht geïsoleerd waren. Deze standaard was vooral gefocust op het beperken van energiekosten en het sparen van brandstof, zonder grote aandacht voor het thermisch comfort van bewoners. In veel hedendaagse woningen in Nederland, die vaak beter geïsoleerd en uitgerust zijn met geavanceerde verwarmingssystemen, werkt deze rigide temperatuurnorm niet meer naar behoren. Bewoners ervaren bijvoorbeeld kou in hun leefruimte ondanks het aanhouden van 19 graden, wat een teken is dat deze richtlijn minder passend is geworden. Daarnaast vertonen onderzoeken en metingen dat een temperatuursverhoging van slechts één graad de beleving van warmte en gezelligheid aanzienlijk verbetert, zonder automatisch te leiden tot veel hogere energiekosten.

Bovendien speelt het individu een belangrijke rol bij wat als comfortabel wordt ervaren; leeftijd, gezondheid en persoonlijke voorkeur beïnvloeden de ideale temperatuur sterk. Terwijl een jong gezin in een goed geïsoleerd appartement wellicht comfortabel is bij 20 graden, kan een oudere bewoner met andere behoeften juist baat hebben bij een iets hogere temperatuur. Het vasthouden aan één uniforme temperatuurmarge is daarom niet langer een praktische richtlijn, maar eerder een rem op comfort en leefkwaliteit.

Experts benadrukken bovendien dat de 19-gradenregel de technologische vooruitgang in verwarmingssystemen negeert. Slimme thermostaten en zoneregeling maken het mogelijk om per ruimte en per moment de ideale temperatuur in te stellen, waardoor energiegebruik efficiënter wordt en het comfort verbetert. Het doorbreken van de starre 19-gradenregel opent zo de deur naar een meer gepersonaliseerde en energiezuinige aanpak van verwarmen thuis.

De nieuwe richtlijn: meer comfort met 20 tot 22 graden

Steeds vaker adviseren energie-experts een standaardtemperatuur tussen de 20 en 22 graden voor de belangrijkste leefruimtes in huis. Deze aanbeveling is gebaseerd op recent wetenschappelijk onderzoek, waaronder studies van hoogleraar Evert van der Vliert, die aantonen dat mensen zich het meest comfortabel en productief voelen bij deze temperaturen. Dit komt doordat het lichaam minder energie hoeft te besteden aan het reguleren van zijn eigen temperatuur, waardoor hittestress en koudestress worden vermeden. De hogere ingesteldheid zorgt voor zachtere huid, minder stijve spieren en een aangenamer leefklimaat. Zo blijkt bijvoorbeeld uit gebruikersevaluaties dat mensen bij 22 graden minder snel geneigd zijn de kamer te verlaten vanwege een oncomfortabel gevoel.

In de praktijk betekent dit dat veel Nederlandse gezinnen al van nature deze hogere temperatuur hanteren, zeker gedurende de koudere maanden en vooral in ruimtes waar veel tijd wordt doorgebracht, zoals de woonkamer en de eetkamer. Het comfortgevoel gaat hand in hand met een slimme aanpassing van de verwarmingstechniek en isolatie. Daarbij is het cruciaal dat de energievraag per ruimte wordt afgestemd op het gebruik, zodat alleen die ruimtes warmer worden gemaakt waar dat echt nodig is. Zo voorkomt men onnodig energieverbruik in bijvoorbeeld slaapkamers waar de verwarming flink lager kan zonder comfortverlies.

Op deze manier blijft het energiezuinig verwarmen in balans met het welzijn van bewoners. De oude angst dat hogere temperaturen automatisch tot onnodig energieverbruik leiden, wordt bijgesteld door het toenemende gebruik van slimme technologieën die het verwarmingsproces nauwkeurig sturen. Dankzij deze evolutie is een hogere standaardtemperatuur niet per definitie een bedreiging voor duurzaamheid, mits het stookgedrag en isolatie optimaal worden afgestemd.

Slim verwarmen: temperatuur per ruimte en tijdstip regelen

De overgang van een eendimensionale 19-gradenregel naar een flexibele temperatuurregeling biedt vooral voordeel in combinatie met smart home technologie. Met slimme thermostaten kan per ruimte de gewenste temperatuur worden ingesteld en automatisch bijgesteld, wat de energiebesparing ten goede komt. Bijvoorbeeld, de woonkamer kan overdag en ’s avonds op 21-22 graden worden verwarmd, terwijl de slaapkamer ’s nachts teruggaat naar 17-18 graden, wat ook bevorderlijk is voor de slaapkwaliteit.

Daarnaast helpt zoneregeling in grotere huizen of appartementen om warmteverschillen tussen kamers doelgericht te managen. Zo kan de badkamer vaak warmer worden ingesteld, rond 22 graden, voor comfort na het douchen, terwijl minder gebruikte ruimtes koeler blijven. Het effect hiervan is een aanzienlijke energiebesparing doordat niet het hele huis onnodig wordt verwarmd. Voor bewoners betekent dit bovendien een beter binnenklimaat afgestemd op de wensen en activiteiten indoor.

Deze aanpak sluit ook goed aan bij de huidige aandacht voor duurzaamheid en een lager energieverbruik. Door warmtefuncties te koppelen aan aanwezigheidssensoren of agenda’s kan de verwarming verder worden geoptimaliseerd, waardoor verspilling wordt voorkomen zonder in te leveren op comfort. Dit aspect van energiebesparing is inmiddels zo effectief dat sommige energieadviseurs spreken van een besparing tot 15 procent op jaarniveau ten opzichte van traditionele verwarmingsregimes.

Is een thermostaat op 17 graden wel gezond en duurzaam?

Een veelgehoord advies om energie te besparen is het terugdraaien van de thermostaat naar 17 graden, vooral ’s nachts. Hoewel dit in theorie een besparing van ongeveer 7 procent energie per graad lagere temperatuur oplevert, is het belangrijk om deze maatregel met nuance te bekijken. Experts waarschuwen namelijk dat te koude kamers het risico op vochtproblemen, condensatie en zelfs schimmel kunnen vergroten, wat schadelijk is voor de gezondheid van bewoners. Vooral in oudere of minder goed geïsoleerde huizen kan de binnentemperatuur hierdoor onder een kritische grens zakken.

Verder is het van belang om comfort en gezondheid mee te wegen, want een te lage temperatuur zorgt er vaak voor dat bewoners meer isolerende kleding aantrekken of extra verwarmingstoestellen gebruiken, wat het beoogde energiebesparende effect kan tegengaan. Balans vinden tussen besparen en een prettig leefklimaat is daarom essentieel. Het advies is om deuren gesloten te houden om warmte in de gebruikte ruimtes vast te houden en vochtigheid goed te reguleren door regelmatig te ventileren.

Deze overwegingen maken duidelijk dat simpelweg de thermostaat op 17 graden zetten niet per definitie gezond of duurzaam is. Maak gebruik van slimme technieken en persoonlijke afstemming voor een verantwoord en effectief energieverbruik in huis, waarbij comfort en milieu hand in hand gaan.

De menselijke maat als uitgangspunt voor verwarmingsrichtlijnen

In de discussie over energiezuinig verwarmen is het cruciaal om niet alleen naar technische normen te kijken, maar ook naar de mens achter de thermostaat. Naast isolatie, technologie en milieuverantwoordelijkheid, bepaalt het persoonlijke gevoel van comfort uiteindelijk hoeveel warmte iemand werkelijk nodig heeft. Analyse van leefpatronen leert dat ouderen, kinderen en mensen met bepaalde gezondheidsklachten sterk verschillen in hun thermische voorkeuren, wat een uniforme richtlijn als de 19-gradenregel problematisch maakt.

De overheid en energieadviseurs zetten daarom steeds meer in op maatwerk in plaats van starre standaarden. Dit betekent dat een huishouden zelf kan bepalen wat de beste balans is tussen comfort en energiebesparing, bijvoorbeeld door een hogere temperatuur te kiezen tijdens aanwezigheid en deze te verlagen tijdens afwezigheid of nacht. Het invoeren van campagnethema’s die bewoners stimuleren hun verwarmingsgedrag te optimaliseren met behulp van digitale tools en goede isolatie ondersteunt deze beweging.

Hiermee opent zich een nieuw tijdperk van verwarming waarbij energie, duurzaamheid en leefbaarheid hand in hand gaan. De oude 19-gradenregel wordt vervangen door een flexibele aanpak waarin warmte wordt afgestemd op de wensen en gezonde gewoonten van bewoners. Dit vertaalt zich meteen in een prettiger woonklimaat, betere gezondheid en minder schuldgevoel over het energieverbruik. Daarmee is het na bijna vijftig jaar tijd om de 19-gradenregel definitief de prullenbak in te gooien.

Temperatuur (°C) Comfortniveau Gemiddeld energieverbruik Potentiële energiebesparing (%)
17 Koel, geschikt voor slapen Laag Tot 14%
19 Standaard, kan koud aanvoelen Gemiddeld Basislijn
20 Comfortabel, voorkoming koude voeten Iets hoger Beperkt, door gerichte sturing
22 Ideaal voor leefruimtes, bevordert welzijn Hoogst binnen redelijke marges Efficiënt bij slim gebruik
Image placeholder

Alijah, 37 jaar oud, gepassioneerd door koken en handige tips. Altijd op zoek naar nieuwe smaken en slimme keukentrucs om het leven makkelijker en lekkerder te maken.

Plaats een reactie